Het brandrode rund is van oudsher een degelijke oud-Hollandse koe. De oorsprong ligt in Gelderland, Limburg, Noord-Brabant en Overijssel.
Sinds 2001 heeft het Brandrode rund een erkend eigen stamboek.
Het ras dankt zijn naam aan de egale diepe donderrode vacht met de bruinrode tot zwartachtige kop en poten. Zeer kenmerkend zijn de witte vlek op de kop (witte kol), de witte onderbuik en staartpluim en de witte onderpoten (sokken). Zowel de stieren als de koeien hebben hoorns.
Het Brandrode rund is middelgroot met een schouderhoogte (schofthoogte) tussen de 125 en 135 cm. Ze wegen rond 600 kg.
Brandrode runderen zijn sterke, sobere, zelfredzame dieren, goed bestand tegen ziekten. Ze zijn zeer geschikt om te grazen op natuurgronden en kunnen goed tegen wisselende weersomstandigheden. Zon, regen, wind en kou deren de runderen niet.
Brandrode runderen zijn rustig en vriendelijk voor elkaar en voor de mensen, waardoor ze zeer geschikt zijn om te grazen op plaatsen waar mensen komen. Het zijn goede moeders, kalven makkelijk en ze geven voldoende melk om hun eigen kalveren zelf te zogen. Vaak blijven koe en kalf na de geboorte dan ook bij elkaar.
Een uitdrukkelijk verzoek aan de bezoekers van het park.
In het belang van het welzijn van de koeien: LET OP! Koeien niet voeren!
Gemeente en de boer hebben een meerjarige overeenkomst getekend.
Eventuele vragen en opmerkingen omtrent de koeien kunt u richten aan .